NEDERLAND IN NEW YORK
NU
POGING OM OPNIEUW „NIEUW-
NEDERLAND" IN AMERIKA TE
VESTIGEN
Het
gevaarlijke woordje
Jhr. de Graeff
als
Publicity-
Manager
BLOEMBOLLEN-
PROPAGANDA
IN NEW YORK
DISPLAY- COMMITTEE
IN ENGELAND
29
Bijenkorf niet gemaakt, wel adver
tentie-reclame. Bovendien heeft men
weer een z.g. opruimingskrant uit
gegeven.
Behalve de firma's Vroom
Dreesmann en de Bijenkorf heeft
eigenlijk niemand bijzondere drukte
van de opruimingsreclame gemaakt.
Wel zijn er natuurlijk nog tal van
firma's, die niet volstonden met het
opplakken van wat wij een con-
fectiebiljet zouden willen noemen.
Zoo heeft C A een biljet opge
plakt bestaande uit grillig geplaatste
letters op donker gelen achtergrond.
De woorden seizoen en opruiming
zijn even groot. Men heeft niet ge
tracht' door het vermoffelen van het
woord seizoen aan het woord Op
ruiming een meer fatalen klank te
geven. Tusschen deze letters is dan
verder het embleem der firma C
A verwerkt met den bekenden slo
gan. Het geheel maakt een deco
ratief effect en sluit aan bij de
reclame, die de firma Brenninkmeyer
ook buiten de opruimingsperioden
maakt.
Bij Jako op den Nieuwendijk is
het woord opruiming aangebracht
op een langen gelen pijl, die bijna
zoo hoog is als het huis zelf.
Kreymborg heeft een biljet, waar
bij de woorden „opruiming"
bruin op gelen achtergrond als
een keten omlaag hangen. Aan de
zen keten is dan het roode zegel
opgehangen met het bekende
„Kreymborg is Waarborg".
H B.
In het Noorden van ons land
kreeg een winkelier een proces-ver
baal, omdat hij in de etalages van
zijn winkel borden had aangebracht
met het woord „spotkoopjes". Bij
alle prijzen was verder het woordje
„nu" gezet.
In verband met de opheffing van
zijn zaak, die in 1 Mei 1938 zou
plaats vinden, had de verdachte een
verzoekschrift ingediend tot het
houden van een uitverkoop. Dit was
hem door de Kamer van Koophandel
geweigerd, waarna de winkelier bij
den Minister in hooger beroep was
gegaan. Ook de Minister weigerde
echter het verzoek toe te staan. De
winkelier bracht toen aan de pui
van zijn winkel en in zijn etalages
borden aan met de opschriften: „Dit
pand is te huur", „wij gaan er uit",
„Spotkoopjes".
De winkelier beweerde deze op
schriften te hebben aangebracht om
een kooper voor alles in eens te
krijgen. De kantonrechter wees dit
verweer terug. Vooral het woordje
„nu", dat bij alle prijzen was ver
meld, gaf den indruk, dat men hier
met een werkelijken uitverkoop had
te maken.
Nederland gaat op naar New-
York.
In 1609 voer de Engelschman
Hendrik Hudson, die in dienst van
de Oost-Indische Compagnie op
zoek was naar een nieuwe Oost-
Indië-route, voor tijdverdrijf even
een baai in, die later naar hem ge
noemd zou worden. Hij nam en
passant voor Nederland daar wat
grond „Nieuw-Nederland" in
beslag, waar de .West-Indische
Compagnie zich later nestelde.
Deze kocht in 1626 voor zestig
heele guldens het eiland Manhattan,
waar het stadje Nieuw Amsterdam
verrees.
En had Karei II van Engeland,
die zich in 1661 van uit Schevenin-
gen als nieuwe koning der Britten
inscheepte en te wiens eere de Sta
ten van Holland een week lang
schitterende feesten organiseerden,
2 jaar na het sluiten van een
„Vriendschapsverdrag" tusschen
hèm en ons, Nieuw Nederland niet
tijdens den 2den Engelschen oorlog
afgepakt en Nieuw Amsterdam niet
in Nieuw-York omgedoopt (1664)
AMERIKAANSCHE CIJFERS.
Het geheele terrein der wereld
tentoonstelling is 500 H.A. groot.
Hiervan zijn 114 H.A. beschikbaar
voor amusements-gelegenheden, 157
H.A. zullen voor expositie-doelein
den in beslag worden genomen. Niet
minder dan 10.000 boomen, cirkel
vormig geplant, zullen de terrassen
en wandelwegen beschaduwen. Men
zal daar tevens even van de ver
moeienissen kunnen uitblazen op
één der 50.000 banken, of in één
der 8000 restaurants. In één uur
zullen 160.000 personen naar het
terrein kunnen worden vervoerd.
Er is parkeer-ruimte voor 35.000
auto's. Behalve 31 Amerikaansche
staten, zullen 29 landen aan de ex
positie deelnemen.
Voorzitter van het bestuur der
tentoonstelling is Mr. Grover Wha-
len. Er is reeds voor 50 a 60 mil-
lioen dollar aan expositieruimte ge
en hadden wij bij den vrede van
Breda in 1667 niet goedgevonden,
dat partijen mochten behouden wat
zij eerlijk genomen hadden, aan
welke bepaling wij het bezit van
Suriname danken, als, ja als
Hoe het zij, in 1939 gaan wij
opnieuw naar New-York ter vreed
zame verovering, waarvoor de Re
geering een crediet van 750.000.-
heeft toegestaan.
Wel geheel anders is de toe
stand. Niet onder de vanen van
Mars, maar met de symbolen van
Apollo en Hermes varen wij naar
de Nieuwe Wereld. Niet om ande
ren te veroveren, maar om daar, in
het land der onbegrensde mogelijk
heden, ons zelf uit te stallen en te
bewijzen, dat Nederland waard is
door Amerika veroverd te worden.
Want het groote doel is: te toonen,
dat wij iets hebben, iets kunnen, iets
zijn op velerlei gebied en dat het de
moeite loont en ten volle verant
woord is, Amerikaansche dollars
naar Nederland te zenden; en er ook
zelf eens een kijkje te komen nemen.
Amerika en Nederland. Er zijn
nauwe betrekkingen geweest. Be
halve Nieuw Nederland en Nieuw-
Amsterdam, was daar bijvoorbeeld
Brazilië, waar een van onze Nas-
sauers als onderkoning regeerde.
We hebben het in 1661, noodge
dwongen, verkocht aan de Portu-
geezen voor acht millioen gulden
De nieuwe wereld is intusschen
contracteerd. Het aantal bezoeken
schat men minimaal op 250.000 per
dag, en met een hoogtepunt van
800.000 per dag.
Amerikaansche cijfers!
De Wereld-tentoonstelling te
New Work belooft een grandiooze
propaganda voor de zoo bij uitstek
Nederlandsche bloembollen-cultuur
te worden. Naar schatting zijn voor
deze propaganda 700.000 bloembol
len noodig. De heer C. van Zijver-
den van de firma C. van Zijverden
Co. uit Hillegom heeft met den
tuinarchitect van de wereldtentoon
stelling, den heer Ney, besprekin
gen gevoerd over de soorten van
reeds lang zich zelf en zóó belang
rijk geworden, dat wij een vreed-
zamen tocht naar New-York gaan
ondernemen, welke ten doel heeft,
niet om daar een Nieuw-Nederland
te stichten, maar wel er blijvend te
vestigen: een goeden indruk van ons
Nieuw-Nederland.
Holland heeft in Amerika een
goeden klank. Het geldt daar altijd
nog als een eer te stammen uit de
geslachten der Hollandsche pioniers.
Zéér vooraanstaande figuren zijn
van Nederlandsche afkomst. Wat
dit betreft, hebben wij den wind in
de zeilen. Als ze nu maar alle bij
gezet worden. AJS er in New-York
maar een reëel, maar toch imposant
en suggestief beeld gegeven wordt
van al hetgeen waarin wij, als
kleine natie, groot zijn.
De Nederlandsche belangen ten
deze liggen in handen van Jhr. Mr.
A. C. D. de Graeff, oud-minister,
oud-gouverneur-generaal, oud-ge
zant, die naar wij, voor een goeden
uitslag hopen, zijn titels even wil ter
zijde zetten en zich zal moeten con-
centreeren op dit ééne ambt, dat
officieel heet: regeeringscommissaris
voor de wereldtentoonstelling te
New-York, maar dat niets minder
omvat dan de functie van „Recla
me-chef van Nederland in Amerika",
geen „eerebaantje", maar een ge
wichtige, omvangrijke en moeilijke
„job", die eerst dan met eere kan
geacht worden te zijn volbracht, als
onze Nederlandsche „publicity-
manager" er in geslaagd mag heeten
het „reclamebudget" van 7J/! ton,
plus wat daar nog bij komt, rendabel
gemaakt te hebben.
En het kan bijna niet anders of
Jhr. de Graeff zal daarbij de hel
pende hand van bekwame reclame
experts kunnen noch willen ont
beren.
bloembollen, die gewenscht worden
geacht in verband met het kleuren
schema, dat men zich voor het cen
trale punt van de tentoonstelling
heeft gedacht.
Een speciale afdeeling houdt zich
met die kleurenschema's bezig. Ma
quettes geveh daar een denkbeeld
van de werking der kleuren bij dag
en bij kunstlicht.
De Britsche regeering heeft het
voornemen, om een „display com
mittee" te benoemen, waarvan de
taak zal zijn om verbetering te
brengen in de wijze, waarop Groot-
Brittannië op tentoonstellingen zal
zijn vertegenwoordigd. Ook wordt
het de taak dezer commissie opvoed
kundig werk te doen op het gebied
van het etaleeren.